Actualiteiten

Suppletie is geen belastingaangifte

De fiscale fraudekamer van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft op 4 juni 2019 uitspraak gedaan tegen een verdachte die onder meer werd verdacht van het -als leidinggever van zijn bedrijf- onjuist doen van aangiften omzetbelasting. Hij zou meerdere suppletieaangiften onjuist hebben gedaan.

Volgens het Openbaar Ministerie levert dit een overtreding op van artikel 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), ook wel bekend als het “onjuist of onvolledig doen van belastingaangifte” oftewel: belastingfraude.

Het Gerechtshof ziet dit anders. Een suppletie is volgens het Gerechtshof geen aangifte als bedoeld in de genoemde wet. Dit volgt uit onder meer de wetsgeschiedenis van die wet en berichten van de staatssecretaris van Financiën. En alleen het onjuist of onvolledig doen van een aangifte is volgens artikel 69 AWR strafbaar. Een suppletie is eerder een verzoek van de belastingplichtige aan de Belastdienst om een naheffingsaanslag op te leggen. De verdachte is dan ook vrijgesproken van het onjuist doen van de suppletieaangiften.

Die onjuiste suppleties zijn echter wel degelijk ingediend bij de Belastingdienst. Dit levert volgens het Gerechtshof valsheid in geschrift op. Er is immers gebruik gemaakt van geschriften die in strijd met de waarheid zijn opgemaakt.

De verdachte wordt uiteindelijk voor valsheid in geschrift, het onjuist doen van aangiften omzetbelasting (niet zijnde die suppletieaangiften) en overtreding van de Wet op de accijns veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van voorarrest.

Dit bericht is geplaatst op 26 juni 2019.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met: